Poseidon

Als Griekse God van de zee behoorde Poseidon tot de twaalf Olympiërs – de machtigste Goden uit oud-Griekenland. Hij werd gekenmerkt door zijn drietand en was één van de bekendste Goden uit de Griekse mythologie. Na de val van de Titanen kreeg de temperamentvolle Griek de heerschappij over de zee, het water, stormen, orkanen, aardbevingen en paarden. Dit werd zijn passie.

Samen met zijn vrouw Amphitrite leefde hij in zijn paleis dat zich bevond op de bodem van de oceaan. Hij had alles wat hij wenste, maar voelde snel dat hij iets miste. Dag en nacht worstelde hij met de imperfectie van de mensheid. Het werd een obsessie. Op een snikhete dag slenterde hij onopvallend door de plaatselijke markt in een klein havenstadje, vermomd als mens om onopgemerkt dichter te komen bij zijn sterfelijke onderdanen. In de verte zag hij een prachtige jongedame die straalde zoals duizend parels. De Griekse schoonheid had hem meteen opgemerkt en liep zijn richting uit. Ze had geen oog voor andere mannen, enkel voor hem. Toen ze plots voor Poseidon stond keek ze diep in zijn blauwe ogen en streelde ze met haar handen door zijn perfect golvend haar. Ze leek er wel door betoverd. Plots kreeg de zeegod een openbaring. Zonder ook maar één woord te zeggen stormde hij terug naar zijn paleis waar hij urenlang werkte aan een fris en vloeibaar middeltje dat de mensheid voor altijd zou veranderen. Ondanks talrijke verwezenlijkingen was Poseidon het meest trots op wat hij op dat moment gecreëerd had.

Vanaf die dag zou elke man die zijn haar en lichaam zou wassen met dit wondermiddel, het haar en het zeflvertrouwen van een God krijgen.